Vanmorgen las ik in de Bijbel een stukje waarin beschreven wordt dat Johannes de Doper mensen naar Jezus stuurt om te vragen of Jezus de Messias is. Dit staat beschreven in het Bijbelboek Lukas, hoofdstuk 7. Jezus geeft antwoord op deze vraag en vandaag wil ik ingaan op dit antwoord.
Er staat het volgende: “Toen de mannen bij Hem gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons naar U toe gezonden met de vraag: Bent U Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander? Op dat moment genas Hij velen van ziekten en aandoeningen en boze geesten; en aan veel blinden schonk Hij het gezichtsvermogen. En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ga heen en bericht Johannes wat u gezien en gehoord hebt, namelijk dat blinden ziende worden, kreupelen kunnen lopen, melaatsen gereinigd worden, doven kunnen horen, doden opgewekt worden en aan armen het Evangelie verkondigd wordt. En zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt” (Lukas 7: 20-23).
Jezus was druk bezig om te vertellen van het evangelie en daarbij en daarbij legde Hij zieken de handen op en werden zij genezen. Ook dreef Jezus demonen uit en bad Hij voor mensen die blind waren. Jezus maakte tijd voor de vragen van de mensen die Johannes had gestuurd. Hij zei niet “ja hoor dat ben Ik” maar Hij citeerde uit de verschillende teksten die de profeet Jesaja opschreven had in de Bijbel. Hiermee gaf Jezus aan dat Hij echt de Messias is.
Jezus sluit af met de woorden: ‘Zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.’ Deze tekst bleef bij mij hangen. Jezus deed wonderen, genas de zieken en dreef demonen uit. Hierbij ging het ineens heel anders moesten mensen over hun gewoontes heenstappen. Ik denk wel eens dat wij als mensen God beperken in alles wat Hij wil doen in onze kerk. Geven wij hem nog wel de ruimte in onze gemeente? Neem jij aanstoot aan de dingen die in Zijn naam gebeuren? Ik wil je uitdagen om hier eens over na te denken.
Gods zegen!
Adriaan
Like deze blog!