In nederigheid…

Afgelopen week was ik aan het bidden en ik zei tegen God dat ik met ootmoed en verootmoediging voor Zijn troon kwam. Ik wist dat het mooie woorden zijn, maar ik wist niet helemaal wat het nu precies betekent. In deze blog wil ik deze woorden uitleggen.

Volgens het woordenboek is dit de betekenis van deze woorden:
Ootmoed: gevoel van nederige onderworpenheid;
Verootmoedigen: (zich voor God) nederig buigen.
Zoals je kunt lezen, gaan deze woorden vooral om nederigheid. In de Bergrede staat het volgende over nederig zijn: “Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel” (Matteüs 5:3). Het is denk ik net als dat het voor een rijke moeilijker is om het koninkrijk van de hemel te bereiken dan voor een arme. Zo is het voor een hoogmoedig persoon moeilijker om in de hemel te komen dan voor een nederig persoon.

In 1 Timotëus 6 vers 17 t/m 19 staat “Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen. Zo leggen ze een stevig fundament voor de toekomst, en winnen ze het ware leven”. In deze tekst wordt aangemoedigd om nederig te zijn en je hoop op de Heer te vestigen. Deze hoop is zeker en een anker voor
onze ziel (Hebreeën 6 vers 19).

In de Psalmen zingen de dichters tweeëntwintig keer het woord ‘ontzag’. Hieruit blijkt ook dat het belangrijk is om ontzag te hebben voor de Heer. Vanuit dat ontzag kan God Zijn werk doen. Een voorbeeld uit Psalm 111 vers 10: “Het begin van wijsheid is ontzag voor de HEER, wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. Zijn roem houdt stand, voor altijd”.

Ik besef me nu dat, hoe stoffig ik deze woorden eigenlijk ook vind, het vet mooie woorden zijn. Woorden met een mooie betekenis en heel veel waarde!

Groet,

Adriaan

Like deze blog!


Reacties

  1. Jan Paul schreef:

    Ja Adriaan, net zat ik rechtop in bed om me heen te kijken.
    Om half 3 word ik altijd wakker, moet je weten, want om 3 uur ga ik met radio Maria, AM 675, de rozenkrans van de goddelijke barmhartigheid bidden (zie google). Raad ik iedereen sterk aan, kan 2x per etmaal, om 3 en om 15. Daar kunnen protestanten ook niks tegen hebben want Maria komt er niet in voor. Daar achteraan bid ik dan ook nog een poosje, het blije hoedje eerlijk gezegd, en dan later over de dag verspreid (is mijn streven, lukt niet altijd) de andere 3 hoedjes, dus licht, droef en glorierijk in die volgorde, met alle (veel!) gebedsintenties die ik heb waarbij ik steeds tegen God zeg:
    ik vraag het onmogelijke van U, met nadruk zeg ik dit, Heer, want bij U is alles mogelijk. Dan bid ik voor dove en blinde mensen en voor mijn kinderen en kleinkinderen en noem maar op, voor dakloze vluchtelingen in de vrieskou in Tunesië, voor mijn zeer oude moeder en haar nog oudere zus, mijn tante. Voor Noord-Korea, of dat 2 mensen elkaar de vrede wensen in de kerk omdat ik gezien heb dat ze elkaar daarbij uit de weg gaan, er is een keer wat gebeurd zeker, en dat iemand die al bijna 20 jaar met een hoge dwarslesie in een rolstoel zit zo ineens opstaat en wegwandelt. Want God is God en als er iets is dat bij Hem past, is het wel het onmogelijke te doen, ja toch? Hoewel zijn gewone beroep is: ontfermer. O ontfermer, ontferm U over mij zondaar! Eleïson, heb medelijden. Daar komt aalmoes vandaan.
    Ik wil niet eigenwijs zijn, maar ik vind dat God zich wel weer eens een beetje kan gaan vertonen en melden, zijn kracht en macht dus. Het zal tijd worden dat de mensen, voordat er geen kerk meer overeind staat, weer eens tegen God gaan zeggen: hela wat is dat? Jij bestaat toch niet of je bent toch al jaren overleden? Dan zegt God misschien: overleden? Ik? Adam en Eva zijn overleden, Ik niet hoor. Dan zou Hij kunnen zeggen: Ik zal je even wat laten zien, zet dat raam eens open. Ik zet het raam open en tot mijn verbijstering vliegt de opgezette fazant die al tíg jaar op de piano staat te verstoffen met luide blikjesroep het raam uit de lente tegemoet. Ik, God, overleden? Hij tikt op zijn voorhoofd en mompelt nog: mafkees. Jij spoort echt niet.

    En net of mijn gedachten al vooruitliepen op jouw reactie, ik zag dus om mij heen al die boeken liggen op mijn bed, allemaal uitgestroomd uit de ene Heilige Schrift als voedzame en rijpe vruchten van 1 boom, allemaal volwaardige geesteskinderen van de ene Heilige Geest die Jezus (o Heer Jezus!) op aarde gebracht heeft, en ik dacht: ik bezit werkelijk alles. Wat ik hier heb liggen is een veel grotere rijkdom dan alles waar vermogensbeheerders, oliebronnen, weet ik wat voor oplichtersfondsen van de mammonnieten die je portemonnee, je spaarcenten willen hebben, ooit maar aan zouden kunnen tippen, bij in de buurt zouden kunnen komen.
    Dan zie ik al die titels en alles is even bovennatuurlijk schoon, goed en waar. Alles ontroert, alles bevordert je devotie, alles wekt op, spoort aan, sticht. Alles trekt weg van de aarde en van lagere, tijdelijke zaken en van je ik-gerichte zelf. Alles convergeert naar 1 punt: de redding van mijn ziel.
    Dan kan ik alleen maar danken dat ik in deze goddelijke wijsheid en kennis ben ingevoerd. Dat de Ontfermer zich heeft willen ontfermen, zich gewaardigd heeft naar mij om te zien en niet bij Zichzelf gedacht heeft: kom jij maar om op je dwaalwegen en in je onreinheid, sterf jij maar in de gore en stinkende bagger van je lagere en onspoorde driften. Ga maar voor eeuwig verloren want jij wil toch niet anders. De 1e psalm: de weg van de boosdoener loopt recht de afgrond in.

    En als je dan nagaat dat al die boeken uit de kringloop komen, voor bijna niks gekocht. Zoals ik een keer op een koninginnedagmarkt een nieuw testament kocht door 50 cent Hollands geld. Het eeuwige leven kost geen drol, excusez le mot, dacht ik toen. Vrede in je hart en eeuwige vriendschap met God, daar ligt het tussen het afgedankte speelgoed en de beschadigde langspeelplaten, voor 50 cent. Onopvallend, onooglijk als Jezus in de stal. Als ik het niet gekocht had was het naar het oud papier gegaan, de papmolen in en waren er misschien story’s of privé’s of erger van gemaakt. Want het is voorstelbaar dat afgedankte en gerecyclede bijbels weer verschijnen als papier voor pornoblaadjes, zou kunnen toch? Zonde. Verschrikkelijk! Koop elke bijbel die je ziet in de kringloop, op rommelmarkten enz. Ze zullen nog hard nodig zijn. Misschien zal er een tijd komen dat er de doodstraf op staat als je een bijbel in huis hebt. Stel ze veilig.
    Financiëel kost het eeuwige leven niets. Behalve dan in het geval van de rijke jongeling. Bedroefd ging hij heen. Het heeft wel Jezus zijn leven gekost natuurlijk en ons kost het even wat afzien van onszelf en van alles wat de aarde biedt aan lekkers, genot, (Tertullianus: ons genot is: het genot haten) verleidingen, tijdelijke goederen enz. Je kent het allemaal. Maar ben je daar eenmaal goed doorheen, door die afkickfase zeg maar, dan snap je wat de Heiland bedoelt met: mijn juk is zacht, mijn last is licht. Dan zeg ik eerlijk tegen Hem: ik heb wel lelijk lopen knorren en op U gebromd, zodat ik zelfs zei: waarom kunnen wij niet gered worden met zeer veel sex en alcohol? Waarom heeft U de wereld eigenlijk zo ingericht, dat je kapot gaat aan teveel drank, het had toch anders gekund ook met uw almacht? Omdat ik die weg te smal vond, was ik ontevreden, misnoegd, zeg maar ronduit zeer gemelijk. Maar ik geef achteraf toe: weer heeft U helemaal gelijk gehad, Heer. Want hoe zou ik zo op de vleugelen van de genade kunnen vliegen als een albatros die maar een enkele vleugelslag nodig heeft om dagen in de lucht te blijven, als ik steeds naar beneden getrokken werd, verzwaard en besmeurd door de olie van de onedele begeerten en lagere troebele dingen die het zeer heldere en reine, levende water van de H. Geest zouden bevuilen? Zo’n met olie besmeurde vogel stijgt niet op en de ziel die zich behangen heeft met het geschapene evenmin.
    Ja Heer, bij U is toch iets onmogelijk: dat een mens U zou kunnen vinden en tegelijk zijn driften, zijn begeertes naar aardse zaken vasthouden en zijn ik-gerichtheid. Veel eerder zal mijn hondje het kerkorgel bespelen dan dat dat ooit mogelijk zou zijn.
    God geve dat ik alleen maar dieper de woestijn inga en nooit meer omkijk en de geuren van het Egyptisch vlees nog begerig opsnuif. Behoed mij voor tv. kijken Heer, geef uw kracht aan uw kind en red de zoon van uw dienstmaagd, om mijn geest vrij te houden van al die rommel. Geef kracht Heer om kuis te zijn met de kuisen in dit tijdelijk leven, in het vlees en bij U in de hemel.
    Moeder Teresa, Johannes van het Kruis, Frans van Sales, Damiaan en alle apostelen en heiligen, bid voor mij.
    Net op tijd voor Van Calster op Radio Maria met het Angelus, dank U Heer.

    Zegen en vrede, JP

  2. Adriaan schreef:

    Hallo JP,
    Bedankt voor je reactie, ik vind je reacties super gaaf. Ik vind het gaaf om je open verhalen te lezen.
    De bijbel is z’n ongelofelijke mooi en heilige boek, mooie getuigenis over de bladzijden. God wil ons gebruiken, niet tot onze eer maar tot de eer van God!
    Gods zegen!
    Adriaan

  3. Jan Paul schreef:

    Hallo Adriaan, vroeger vond ik de hele bijbel stoffig, zo stoffig dat ik er geen woord in kon lezen, behalve dan die passages over Ohola en Oholiba en nog wat dan dattem. Iets met ontbloten geloof ik.
    Dat kwam doordat ik nog zo helemaal van de wereld, van de duivel en van het vlees was. De duivel geeft je sterke tegenzin tegen, ja afkeer van alles van God. Dat wordt ook aardig gedemonstreerd in The Omen als ik het goed heb, dat duivelse jongetje in die auto, dat helemaal uit zijn dak gaat naarmate de auto dichter bij de kerk komt. Ik walgde als ik een kerk zag. De kerk dat was die muur naast de kroeg waar ik me vol had laten lopen en waartegen ik zo prettig mijn water kwijt kon. God vergeve mij. Wat was ik ver van Hem en van mijn ware zelf afgedwaald, de verloren zoon was er heilig bij.
    Saai en taai vond ik alles en dat is zacht uitgedrukt. Maar jaren van dauw, reinigende, vruchtbare regen en bewerking zijn over en door mijn geest gegaan en alles is anders geworden. Opnieuw geboren en getogen. Morsdood naar de ziel, maar zie, ik leef weer. De steen der zonde die mijn hart bekneld hield in het duistere graf van mijn ongerechte en verkeerde geest is afgewenteld. Verlost van mijn oude ik.
    Dankuwel Heer. Soms lijkt de bijbel zacht te liggen glanzen, sla ik hem open dan meen ik te zien wat de discipelen zagen op de berg toen Jezus verheerlijkt werd. Of de bladzijden zacht, bovennatuurlijk licht afgeven. Dan denk ik: het zijn geen gewone woorden en bladzijden, hier staat het goddelijk woord, dat het Ware Leven en de hemel ontsluit voor ieder die wil. O wisten de mensen toch eens dat ze hun hele leven weggooien door zich alleen maar bezig te houden met het tijdelijke en stoffelijke. Maar ja, dat wist ik zelf vroeger ook niet. Alleen wie doorgroeit in de relatie met Jezus, wat Jezus doet en bewerkt, niet wijzelf, zal steeds beter snappen hoe onschatbaar het allemaal is wat Hij gebracht heeft op de bol en nog steeds wil brengen aan iedere mens die het geluk en de innerlijke vrede zoekt, maar in dingen waar het niet in te vinden is. Die zal begrijpend en uit de eigen ervaring van zijn genezen geest knikken bij de gelijkenissen van de schat verborgen in de akker en de ene kostbare parel.
    Sorry van dit uitstapje, Adriaan, ik ben te wijdlopig, ik besef het.

    Ik las gisteren over de nederigheid een mooi stukje van Augustinus dat ik je niet wil onthouden:
    “God eist harten die ledig zijn van al het aardse en van zichzelf, ledig vooral van eigen lof en eigen wil, om Zijn goddelijk leven voort te kunnen zetten en te werken tot Zijn eer en glorie. De nederigheid is de woonplaats van de genade, de grondslag van alle deugden, de wortel van alle heiligheid en de samenvatting van de evangelische volmaaktheid. Naargelang men dit fundament dieper legt, zal het gebouw van de christelijke volmaaktheid steviger, vaster en hoger opgetrokken kunnen worden. Onttrek aan de bloem van de deugd, de wortel van de nederigheid en ze verliest al haar schoonheid omdat zij verwelkt.
    Een wortel bevindt zich onder de grond en is zelf zonder schoonheid, wordt onder de voet getreden maar blijft toch de oorsprong en de levensbron van de plant. Zo houdt ook de nederigheid zich verborgen, schrijft niets aan eigen kracht toe en wordt graag voor niets geteld, voorbij gezien en onder de voet gelopen, maar geeft toch leven aan alle deugden. (…)
    De echte nederigheid is te kennen zegt Augustinus, niet aan armoedige kleding en een neergeslagen blik, maar aan geduld met anderen. De nederigheid verheft zijn stem niet, wordt niet nijdig of geërgerd, wil geen gelijk hebben, verdraagt zonder (ver)oordelen de fouten van anderen, in het besef van het eigen tekort en schiet niet in de stress.”
    Uit: Meditatieboek voor kloosterlingen, dr. Mathias Goossens ofm., op donderdag voor aswoensdag, p. 255.

    Groeten, vrede en zegen, JP

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Andere blogs

Wil jij meer…talenten?

Een tijdje geleden hoorde ik een preek over de talenten die God wil geven. Hij wil ons namelijk inzetten en onze talenten...

Heb ontzag voor God (2)

Afgelopen week heb ik het boek gelezen van; ‘Is dit écht van u, Heer? Het gaat over het ontstaan van Youth with...

Geef je rechten op!

Allereerst wil ik vertellen dat ik blij ben weer terug te zijn op Gebedsbroeders.nl! Ik heb een geweldige Discipelschap Training School achter...