Als ik later groot ben dan….. Iedereen kent het wel, dromen. Als kind droomden veel mannen ervan om brandweerman of politieman te worden. Vrouwen wilden liever een schooljuf of moeder worden. Wat we ook wilden worden we droomden van later. Later is nu aangebroken en de kans dat jij nog steeds brandweerman of schooljuf wil worden is niet groot. Maar wat wil je dan met jou leven?
Ik denk dat iedereen wel een droom heeft voor zijn of haar leven. De één heeft een kleine droom de ander een hele grote. Maar hoe weten we nu eigenlijk of de droom die wij hebben ook Gods droom voor ons leven is of dat het gewoon een aards verlangen is? Een tijdje geleden heb ik het boek ‘
De Droomgever’ gelezen, dit boek verteld dat God ons dromen geeft die bijdragen aan Zijn Koninkrijk. In het boek verteld de schrijver dat een droom die van God afkomstig is vaak aan 3 dingen te herkennen is.
1. Gods droom voor jou leven lijkt vaak veel te groot.
2. Uiteindelijk is Gods droom voor jou leven bedoelt om een grote nood in deze wereld te lenigen.
3. Je bent nooit te oud of te jong om iets met die droom te doen.Het eerste punt spreekt mij vooral heel erg aan. God is zo enorm groot en in vergelijking met Hem zijn wij zo enorm klein. En toch heeft hij enorme grote dromen voor onze levens. Dat maakt ons ook gelijk enorm afhankelijk. Zonder God zal Gods droom, wat ondertussen ook onze droom is geworden, gewoon nooit in vervulling gaan. Voor God is niets onmogelijk en die Almachtige God hebben wij nodig om ‘onze’ droom in vervulling te zien gaan. Het tweede punt is net zo typerend voor God. Gods hart gaat uit naar de zwakken en armen, de weduwen en de wezen. En God wil met jouw en mijn leven een groter doel bereiken. God wil door ons heen mensen in nood bereiken. God wil door ons heen de zieken genezen en de hongerige weer eten geven. God wil door ons leven heen een grote nood in deze wereld lenigen. Daarom geeft God ons een droom, hij wil ons gebruiken.Het laatste punt is een aansporing en tevens bemoediging. We hoeven ons nooit te jong of te oud te voelen om onze droom na te jagen.
Het lijkt me zo geweldig als iedereen zijn droom gaat uitleven. Dat iedereen gaat doen waar God hem voor geroepen heeft. Wat zal dat een verandering en vreugde geven.
Ik droom persoonlijk van een wereld waarin kinderen geen honger meer hoeven te lijden. En waarin baby’s niet meer sterven omdat hun moeders besmet waren met HIV. Ik kan huilen om foto’s van uitgemergelde kinderen en van kinderen die niet kunnen spelen maar moeten vechten in een oorlog. Dit is wat mijn hart raakt en dit is tevens waar mijn droom begint.
Ik hoop dat iedereen die dit leest later op zijn leven kan terug kijken met een enorme vreugde wetend dat hij ‘Zijn droom’, Gods droom, heeft geleefd.
Zegen,
Matthijs